Dag bottendokter!

Interview met Bram Langeveld, student biologie aan universiteit Leiden

Bram Langeveld met twee fossielen uit eigen collectie, een onderkaakfragment van een wolharige neushoorn en een zeeegel uit het Krijt van Limburg uit mijn collectie

Met een grote glimlach stapt Bram de practicumzaal binnen, op zijn rug een zwaar ogende rugzak die hij voorzichtig op de tafel voor mij zet. Vandaag hebben we het over crustacea, kreeftachtigen, en Bram heeft, net als voor bijna ieder voorgaand practicum, fossielen van thuis meegenomen.

Op achtjarige leeftijd is de gekte ongeveer ontstaan na een themadag bij Naturalis. Terugkijkend moet hij er om lachen: “Ik mocht een dagje ‘fossieloloog’ zijn. Eigenlijk ben ik hier nooit meer mee gestopt.” Het spelenderwijs zoeken is die dag overgegaan in het verzamelen en bewaren van een wetenschappelijke collectie. “Als je begint is alles bijzonder,” legt hij uit, “zo heb ik toen ik een jaar of negen was een stukje krabbenpoot zelf uit een stuk steen mogen hakken! Prachtig toch?” Zijn moeder vond dit gelukkig ook prachtig en hielp Bram al snel met het verzamelen en leerde hem ‘wetenschappelijk’ ordenen.

Na een volgende themadag met zogenoemde ‘bottendokters’ zag Dick Mol de nieuwsgierigheid en het enthousiasme in de jonge Bram en nodigde hem uit om zijn privécollectie te bekijken. “Ik kwam een walhalla binnen,” vertelt Bram met een weer opkomende glinstering in zijn ogen bij de gedachte alleen al. “Maar,” komt er iets serieuzer achteraan, “ideaal zou natuurlijk zo’n toren als hier bij Naturalis zijn, met het juiste klimaat en alles keurig in kasten.” Zijn moeder vond het ook prachtig maar zei wel even voor de zekerheid: “Bram, zo kan het bij ons in huis niet hoor!”

Daar hoeft zijn moeder niet bang voor te zijn, Bram verzamelt graag klein spul, laat alles keurig drogen op zijn kamer en bewaart het in de inmiddels negen ladekasten en enkele dozen gelabeld op vindplaats en geologische aardlaag. “Het gaat mij niet om de grootte of de kostbaarheid, ik wil het vooral zelf vinden.” Hij legt me uit dat: “grote dingen misschien wel spectaculair zijn, maar het mooie zit hem juist in al die kleine stukjes die op de stranden liggen. Weinig mensen nemen de moeite daar goed naar te kijken terwijl je zo unieke dingen vindt!” Daar is wel veel zoeken en conserveren voor nodig, het hele bewaarproces ligt dan ook in verschillende stadia verspreid over zijn kamer. “Alles bij elkaar duurt het een maand of vier voordat alles in goede toestand. met nummersysteem, in het laatje verdwijnt,” vertelt hij met gepaste trots.

“Soms trek ik gewoon voor de lol een laatje open en ga ik alles eens goed bekijken. Zo kwam ik erachter dat enkele van mijn verzamelde schelpen een afwijking hebben. Terwijl hij zijn glimlach nauwelijks in kan houden vraagt hij: “weet je wat ik toen heb gedaan? Contact opgenomen met een expert. En, je raadt het al, die had ook nog nooit zoiets gezien!” Dan blijft er niets anders over dan er een mooi verhaal van maken, opschrijven en publiceren. “Weet je wat het is,” zegt hij dan nog even snel voordat hij afscheidt van me neemt, “een fossiel is zo mooi omdat je de eerste bent na zoveel tijd die het vasthoudt en ziet, echt ziet. Zo’n fossiel vertelt een verhaal, en dat verhaal wil ik maar al te graag horen!”

 

– gepubliceerd op de website van Naturalis

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

   

Dit bericht is geplaatst in Biologie met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *