Daar is die dan: mijn laatste tentamenkaart!

Bijna onwerkelijk maar dit is dan toch echt mijn laatste tentamenkaart! Klaar met studeren! :)

Bijna onwerkelijk maar dit is dan toch echt mijn laatste tentamenkaart! Klaar met studeren! 🙂

Geplaatst in Biologie, Masters in Leiden, Thuis | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Ansichtkaarten

Vanaf nu ook ansichtkaarten!

Ansichtkaart 'Dode mus'

Ansichtkaart 'Dode mus'

 

Geplaatst in Thuis | Getagged , , , , , , | Een reactie plaatsen

ELCID

Na dit weekend moet ik toegeven dat ik me oud begin te voelen. De ELCID is begonnen. Nou heb ik nooit echt meegedaan en ben ik ook niet echt de ‘typische’ student met het studentenleventje van lanterfanten en drinken waar de politiek het altijd over heeft maar toch voel ik me er dit jaar verder vanaf staan dan ooit.

Ik woon inmiddels samen met mijn vriend en twee katten, te weinig ruimte voor een boompje maar verder toch aardig op weg naar een burgerlijk bestaan. De ELCID betekent voor mij in dit leventje dan ook niet meer dan een paar dagen een hoop herrie terwijl ik vroeg mijn bed uit moet om naar mijn werk te gaan. Maar, dat was vorig jaar ook het geval.

Dit weekend was het gevoel van oud worden, losraken van het studentenleven, nog een tikkeltje erger. Ik moest vroeg op, niet om naar mijn werk te gaan maar om naar Schiphol af te reizen. Hiervandaan ging ik op stap naar Oslo, naar mijn broer. Op Schiphol ontmoetten ik mijn vader, broertje en wat vrienden van mijn broer uit Delft.

De hele vlucht lang was ik moe van de ELCID-nacht zonder slaap en wat zenuwen die toe begonnen te nemen. In Oslo ontmoeten ik mijn moeder en nog een hoop andere vrienden van mijn broer. Nog even snel langs het hotel om nette kleding aan te trekken vanwege waarschijnlijk de echte reden dat ELCID me dit jaar anders deed voelen dan normaal. Volwassen, om niet te zeggen oud, maar in elk geval niet langer de typische student. Mijn broer ging trouwen!

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Masters in Leiden, Thuis | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Mysterieuze tentakelvolle toevalstreffer

Jeroen Goud met inktvistekeningen

In een overvolle kamer zit Jeroen Goud, een inktvissenexpert bij Naturalis, in een hoekje achter zijn computer te werken. “Je bent te vroeg, dat is niet gebruikelijk hier”, roept hij lachend vanachter zijn bureau. In een andere hoek van de kamer wacht ik even en kijk ondertussen mijn ogen uit: Jeroen bevindt zich in het laboratorium met kasten en bakken,  letterlijk vol met alcoholpotten met honderden kleine inktvisjes. Mijn oog valt op een label. ‘1980’ staat erop; toen was ik nog niet eens geboren””, denk ik bij mezelf. Dan zie ik nog een oudere:  ‘1870’, oh en daar ‘1758’!

Achter al die potten op een tweede tafel liggen grote stapels papier. Als ik beter kijk zie ik dat zich tussen deze bergen een microscoop bevindt waar, naar mijn idee, niet meer doorheen te kijken valt omdat de doorgang er naartoe gewoonweg onmogelijk is geworden. Mijn blik dwaalt net af naar de boekenplanken met folianten en andere wetenschappelijke boeken boven zijn hoofd als hij me even terugroept: “Nog even dit ene mailtje hoor, dan ben ik echt klaar. Het is wat hè, zo op mijn vrije dag achter de computer!”

De inktvis op alcohol

“Goed, we kwamen hier voor inktvisverhalen”, zegt Jeroen dan vastbesloten. Hij wenkt me naar een beetje viezige oude plastic bak waar een flinke alcoholwalm uit opstijgt als hij hem opent: “Dit is een pijlinktvis”, vertelt hij met een twinkeling in zijn ogen, “het is waarschijnlijk een volwassen vrouwtje dat in 1991 opgevist is ten westen van Ierland.” Deze lag sindsdien bij het RIVO (Rijksinstituut voor Visserijonderzoek) maar is vorig jaar naar Naturalis gekomen. “Het bijzondere hieraan is dat het geen aangespoelde vondst is. Die dieren zijn vaak verzwakt waardoor ze aanspoelen en niet meer mooi intact zijn”,  licht Jeroen toe waarna ik de reden van de twinkeling in zijn ogen denk te begrijpen: een opgeviste inktvis is mogelijk ‘gezond’ gevangen en daardoor kunnen we er veel meer aan zien!

Samen hangen we een beetje voorover om dit exemplaar te bekijken. “Dat is de inkt, die is niet altijd zwart maar kan ook bruinachtig zijn”, vertelt Jeroen als hij mijn blik op een ogenschijnlijk laagje vettigheid in de linkerhoek ziet vallen. Waarschijnlijk is het een vrouwtje en verder kan Jeroen aan de buitenkant niet veel zien behalve dat ze geen verwondingen heeft aan de buitenkant. “Het mooie aan deze inktvis is niet alleen  dat ze is opgevist en dus mogelijk gezond is, maar ook dat we denken dat dit een soort is die we de afgelopen honderd jaar hier niet meer hebben gekregen.”

Ze is dan ook met uiterste zorgvuldigheid behandeld door Naturalis: “Rustig ontdooien en dan direct op de alcohol om verrotting tegen te gaan.” Bij opensnijden kan Jeroen veel leren over dit dier: is het wel echt een vrouwtje? Was ze gezond of zijn er parasieten of vreemde vergroeiingen te zien? Hij kan dan ook zien  of ze gepaard heeft voordat ze is gevangen. Om deze reden was Jeroen al van plan om dit dier nader te onderzoeken door haar open te snijden.

Tweede inktvis die binnen is gekomen

“Maar”, vertelt Jeroen met een grote grijns, “de echte drijfveer om dit te gaan doen kregen we laatst binnen.” Niet helemaal begrijpend kijk ik hem aan. Zonder iets te zeggen opent hij de volgende eveneens lichtelijk viezige plastic bak. Als ik boven de alcoholwalm hang zie ik een vergelijkbaar dier liggen maar dan een flinke slag kleiner. Met gepaste trots presenteert hij deze mooie toevalstreffer: “Dit is vermoedelijk een mannetje van dezelfde soort. Ook opgevist, dus hopelijk gezond en afkomstig  uit hetzelfde gebied.” Het moet even tot ons allebei doordringen maar dan flapt Jeroen het er toch gewoon uit: “Honderd jaar lang hebben we ze niet gezien en nu hebben we er plotseling twee!”

– gepubliceerd op de website van Naturalis

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

   

Geplaatst in Biologie, Naturalis | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Werken voor het echie

Met een bijna ingaand contract en een nog lopende stage is mijn volle agenda nu echt overvol. Maar, na een drukke week heb ik zowaar op vrijdagmiddag even tijd om rustig een kopje koffie te drinken achter mijn computer. Een oudere collega spreekt me aan: “Is dit nou eigenlijk je eerste baan? Ik bedoel een echte baan zal ik maar zeggen, geen bijbaantje.” Daarop zeg ik na even nadenken maar toch best trots: “Ja, dit is mijn allereerste echte baan.”

Ik moest even nadenken omdat ik al bijna drie jaar bij hetzelfde bedrijf werk. Toch koos ik uiteindelijk voor dit antwoord gezien mijn contract met uitgebreidere functie bijna ingaat. Het voelt wel als mijn eerste echte baan. Ook al zit ik al jaren bij hetzelfde bedrijf, toch ervaar ik ‘beginnerstress’: ‘Doe ik dit nou wel goed? Wie moet ik hiervoor aanspreken? Hoeveel tijd hoort me dit te kosten? Hoe heet die man van automatisering ook alweer?’

Sommige van deze stresspunten dacht ik nu wel gehad te hebben. Toch kom ik er nu achter dat ik ook op een nieuwe plek binnen hetzelfde bedrijf dit soort stress opnieuw ervaar. Misschien zelfs wel in hogere mate doordat dit mijn eerste ‘echte’ baan is maar ook omdat iedereen me al kent. Ze kennen me al en hebben me aangenomen. Dat wil zeggen dat ze potentie in me zien en daarom wil ik ze natuurlijk al helemaal niet teleurstellen. Maar de stress is ook erger doordat ik bang ben dat ze er vanuit gaan dat ik alles al weet of ik het in ieder geval van mezelf moet weten: wie ik waarvoor moet benaderen maar ook hoeveel tijd iets kost en hoe ik iets op moet leveren. Eigenlijk alleen maar meer stress dus: ‘Stel dat ik het na al die jaren niet weet!’

Waar het natuurlijk op neerkomt, en wat mij sterk geruststelt: het heeft geen zin. Al dat zenuwen en stressen gaat het niet beter maken. Het enige wat erop zit is gewoon maar doen en zien waar het schip strandt. En zo, ga ik in een al drukke periode met voornamelijk gezonde spanning, stapje voor stapje, mijn eerste echte baan tegemoet.

“The greatest weapon against stress is our ability to choose one thought over another” – William James

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Masters in Leiden | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Galblaas, muskus en een beetje rottend vlees

Tijdens een vergadering kwam naar voren dat er een nieuw lesprogramma aankwam, een online gastles, in de vorm van ‘BeestBinnensteBuiten’. Deze les stuur je vanuit Naturalis via een webcam de klas in en zo heb je een ‘expert in de klas’. “Natuurlijk wil ik hieraan meedoen”, zeg ik al veel te snel vol enthousiasme, “maar, ik ben niet echt een expert. Sterker nog, ik heb nog nooit een muskusrat opengesneden.” Bij biologie heb ik natuurlijk wel een keer een rat opengesneden, een aantal jaar geleden, maar om nou te zeggen dat ik toen in één keer een expert ben geworden is me wat teveel.

“Kunnen we niet eerst een keer oefenen”, gooi ik in de groep in de hoop dat anderen zich net zoals ik hier een tikkeltje onzeker over voelen. “Prima”, zegt de ontwikkelaar van het programma, “regel jij dat even?” Slik, waar ben ik nou weer aan begonnen, denk ik bij mezelf. Ik ook altijd met mijn grote mond.

Dan hoor ik mezelf twijfelend maar toch verstaanbaar dit bevestigen: “Euhm, ja hoor, is goed.” Oké, daar kan ik dus niet meer onderuit. Na de vergadering thuis aangekomen heb ik geen flauw idee hoe ik iets dergelijks op moet starten en ga maar een beetje googelen op ‘muskusrat’.

Een paar uur later vind ik mezelf tekenend achter mijn computertje, een plaatje van een opengesneden en een zwemmende muskusrat verder, weet ik nog steeds niet hoe dit aan te pakken. De volgende dag op mijn werk krijg ik gelukkig een eerste duwtje in de rug in de vorm van de naam van een mogelijke practicumdocent en de ruimte waarin het kan plaatsvinden.

Enige tijd later zit ik samen met mijn collega’s om een practicumtafel boven drie lichtelijk stinkende muskusratten wachtend op de practicumdocent en de rest van de deelnemers. Even waren we allemaal weer jonge enthousiaste biologiestudenten en vlogen de vreemde uitspraken je om de oren: “Kijk eens wat ik hier heb, een galblaas! Heeft die van jou ook van die grote balletjes? Nou zeg, die van mij heeft helemaal niet zo’n gevulde maag. Kijk, ik zie heel veel drolletjes zitten, maar deze zijn nog veel te lang die moeten nog even tot keuteltjes verwerkt worden. Als ik hier nou in die klier druk, gaat het dan naar muskus ruiken?” Kortom: geslaagd!

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Biologie, Masters in Leiden, Naturalis | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Mijn nichtje durft wel

't Traiteurtje aan de Kaag

Regelmatig zit ik samen met mijn vriend weg te dromen ergens op een terrasje. De twijfels over werken met onze biologiestudie stapelen zich op, en wat is er dan leuker dan dromen over een eigen zaak, een restaurantje. Alles biologisch natuurlijk, simpel, lunch met goede koffie en een heerlijk bord met avondeten. “Oh, dan kunnen we ook live muziek doen”, roept mijn vriend. Ook in mijn hoofd vormt al een mooi beeld met alles erop en eraan.

Dit zijn natuurlijk maar dromen, onschuldig en voorlopig onrealistisch. Op een rustige en zonnige zondagmiddag al fietsend langs de Kaag gaat het gesprek verder: “Als we nou zelf veel sparen en ernaast blijven werken? Misschien moeten we heel klein en simpel beginnen. Zou het toch haalbaar zijn?” Even allebei afgeleid door de hoeveelheid grutto’s in de weide, we blijven toch biologen hé en het ging niet zo goed met de weidevogels dus veel grutto’s zien trekt onze aandacht.

Als de grutto’s wegvliegen valt mijn oog op iets anders, een scheve houten balk, eromheen kruidenplantjes, met grote witte letters ‘’t traiteurtje’ erop. Overal waar je kijkt staan kleine tekeningetjes van de warm stukje appeltaart of het kopje koffie dat je er kan krijgen. Buiten staan witte stoeltjes waar je tussen de kruidenplantjes, aan het water van de Kaag, heerlijk kan genieten van het bestelde lekkers. Veel romantischer kan je het niet hebben.

Mijn nichtje komt naar buiten lopen met een schort voor, dienblad in de handen en een grote glimlach op haar gezicht: “Karin, je bent er! Dit is het nou, wat vind je ervan?” Ik kan alleen maar volledig oprecht zeggen dat ik het meer dan prachtig vind. In het zonnetje gaan we genieten, eerst lekker een kopje koffie van vers gemalen bonen met daarbij net gebakken appeltaart. Om later op de dag over te gaan op de daghap. Volledig voldaan na onze bordjes te hebben schoongegeten zitten we daar in het zonnetje. Het voelt als vakantie, mijn nichtje loopt langs en roept voordat ze naar binnengaat en de rest van de klanten bedient nog even: “Net Griekenland, niet?” Dit is waar we over droomden, mijn vriend en ik. Mijn nichtje die droomt niet, die doet gewoon!

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Masters in Leiden, Thuis | Getagged , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Hoezo carrière?

Zevenentwintig jaar oud, een dubbele Bachelor en bijna een Masterdiploma, met een baan zowaar in het vakgebied en een flinke lading stress. Stress omdat nu de periode van ‘mezelf bewijzen’ aanbreekt. Beginnen met werk, carrière maken of in ieder geval na al die jaren studie een redelijke plek met een goed salaris voor elkaar boksen. De twijfels vliegen door mijn hoofd: “Gaat dit me lukken? Was het studeren dit wel waard?” Eigenlijk komt het allemaal neer op de vraag: Had ik niet beter meteen kunnen gaan werken?

Om me heen zie ik mensen die al jaren aan het werk zijn, ervaring opdoen en doorgroeien, zonder studie of met een korte MBO of HBO. Mijn net afgestudeerde medebiologen zijn daarentegen voor een groot deel werkeloos. De rest gaat van de ene onderbetaalde tijdelijke bijbaan naar de volgende en ook als ik dit zie moet ik toegeven dat ik het antwoord op de vraag niet weet. Hadden ze gewoon meteen moeten gaan werken?

Ik heb het geluk dat ik een baan heb, in mijn vakgebied nog wel. Maar, ik begin wel net als ieder ander onderaan de ladder. Dit wil zeggen dat ik later start en toch bij het begin begin. Op dit moment lijkt het niet vanzelfsprekend dat ik ooit hoger uitkom door het volgen van mijn studie. En dus ook niet dat er geld zal binnenkomen om deze jaren mee terug te verdienen. Zijn het dus verloren jaren of heb ik vandaag gewoon een pessimistische dag?

Gelukkig biedt mijn vader op dit soort dagen wat tegenspraak: “Mensen met een universitaire opleiding hebben wat meer bagage waardoor ze uiteindelijk veel uitdagender en interessanter werk aankunnen. Bovendien studeer je toch niet perse om later iets te bereiken. Als het goed is, is studeren op het moment zelf al een verrijking. Kortom Karin, het komt wel goed, maak je niet druk!” Ergens stelt dit me wel gerust ook omdat ik weet dat het waar is, maar soms heb ik van die dagen waarop ik het gewoon even niet wil horen.

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Biologie, Masters in Leiden | Getagged , , , , , , , | Een reactie plaatsen

In een onbekende stad

Daar loop je dan, in een onbekende stad met onbekende mensen. Tweemaal ben ik in de zomer voor studie naar een andere stad verhuisd, de laatste keer was naar Leiden. Dit kan een bevrijding zijn, je kan altijd rustig over straat lopen zonder het risico om een bekende tegen te komen op zo’n moment dat je liever even zonder bent, de wallen niet weg te camoufleren zijn en de kater eigenlijk iets meer aanwezig is dan je wilt toegeven. Zo bouw je stilletjes in de anonimiteit een nieuw klein bestaantje op: onhandig in de bus met tassen vol Ikea-artikelen en toch maar even dat lampje halen bij dat leuke winkeltje die je op één van de verkenningstochten hebt gevonden.

Langzaamaan begin je de straatjes te kennen nog voor je de mensen kent, de winkels, de zijweggetjes die zo scheef lopen dat je telkens weer goed moet kijken waar je terecht bent gekomen. Zo wordt, in de zomer waarin iedereen druk bezig is met vakantiewerk of vakantie vieren, het jouw stad. Nog heerlijk anoniem loop je verkennend rond en dan hoor je ineens een duidelijk naar jou gerichte: “Goedemorgen jongedame, je woonde toch in Utrecht? Is je huisje al bijna klaar? Ik zie je zo slepen en doen met alle spullen.” Tot mijn grote verbazing herken ik de man die dit met een grote glimlach staat te verkondigen, mijn vaste supermarktstraatkrantverkoper uit Utrecht. Ik lach en loop even later met een net gekocht krantje verder. Al lachend denk ik bij mezelf: “Mijn eerste bekende, de straatkrantverkoper! Ach, je kan het slechter treffen.”

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Masters in Leiden, Thuis | Getagged , , , | Een reactie plaatsen

Liefdeloze werkkoffie

“Pa’, zei mijn oma altijd zo om de paar uur met een klein charmant lachje, “mijn lijf schreeuwt om koffie”. Liefde voor koffie zit duidelijk in de familie. Voor mij betekent dit niet dat ik alleen maar koffie van Illy drink en altijd mineraalwater op voorraad heb om mijn dure espressomachine mee te vullen. Wel dat ik sinds het begin van mijn studie al een, alhoewel erg goedkoop, echt espressoapparaatje heb staan. Eentje die net genoeg bar heeft om er een degelijke koffie uit te persen, maar bijna wegtrilt als je hem niet tegenhoudt in de drukte van het zetten. Eentje waar het bij ieder nieuw pak koffie weer de vraag is of de korrel niet net iets te grof is waardoor het apparaatje heel veel moeite moet doen om de koffie eruit te laten druppelen. Deze zichtbare moeite duurt lang en zo is het even wachten voor het kopje gevuld is. Heerlijk, zo’n kopje koffie, thuis waar ik het rustig opdrink terwijl ik mijn handen warm aan het mooie aardewerken kopje.

Dan kom ik op mijn werk: een wereld van verschil. Hier geen apparaatje gescoord bij de Kijkshop, maar een grote blinkende machine met een apart compartiment waar je de koffiebonen in kan zien liggen. Deze hoef ik niet schoon te maken, nieuwe koffie te geven en die net genoeg aan te drukken, te kijken of het water bijgevuld moet worden en eens in de zoveel tijd ontkalken, nee, dat kan die allemaal zelf met één druk op de knop! De koffiebonen die ik door het venstertje zie doet vermoeden dat het heerlijk gaat worden, klik. Tot mijn verbazing zie ik niets bewegen aan de bonen en hoor ik het apparaat niet met moeite die paar boontjes malen of een beetje sputteren om op de juiste temperatuur te komen. Sterker nog, ik hoor bijna niets! Een drabberig bruin straaltje vloeistof loopt met hoge snelheid uit het plastic tuutje. Voor ik het weet is mijn papieren koffiebekertje gevuld met deze zonder enige moeite gezette substantie. Op zulke momenten schreeuwt mijn lijf om liefdevolle thuiskoffie!

 

– gepubliceerd op de website van Masters in Leiden

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Geplaatst in Masters in Leiden, Thuis | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen