Peuterpuberteit

We zijn op bezoek bij mijn beste vriendin en haar dochtertje. Ze is twee jaar en zoals dat nu wordt omschreven midden in de ‘peuterpuberteit’, een periode die gekenmerkt wordt door uitspraken als ‘ik ben twee, dus ik zeg nee’!
Als we binnenkomen gebeurt er al snel het wonderlijke aan jonge kinderen: ze begrijpen elkaar, ondanks dat ze elkaar niet zo vaak zien maar vooral ondanks dat wij ze niet begrijpen. Zij roept, gilt en schreeuwt van alles waarvan je zou verwachten dat mijn eenjarige zoontje schrikt, maar niks is minder waar, hij doet gewoon mee. Samen kletsen, brabbelen en gillen ze wat af. Er komen klanken uit die jongen die ik nog nooit heb gehoord en alles gaat lekker hard.
Dat geschreeuw, gil en krijs doet me denken aan de kraaien in het park. Toen we net verhuisd waren bracht ik hier uren door, mijn zoontje was nog niet gewend aan het huis maar sliep prima in de kinderwagen. Hem heen en weer wiegend, zittend op een bankje viel me de grote groep krijsende en schreeuwende kraaien op. Een vreemd gezicht al die beesten die zich, ogenschijnlijk om niets, enorm druk aan het maken zijn.
Ik vroeg me af waarom al die ophef en zoals bij alle vogelraad bel ik mijn moeder, de bioloog en van huis uit vogelexpert. Haar eerste reactie is dat kraaien als gezinnetje leven: papa en mama en de kinderen totdat deze oud genoeg zijn om zelf een partner te vinden en een mooi plekje zoeken om deze traditie voort te zetten. Eigenlijk precies zoals wij hebben gedaan, mooi huisje, een plekje om de kleine goed groot te brengen.
Enigszins in de war tel ik al die luidkeelskrijzende beestjes nogmaals: ‘mam, het zijn er echt veel, ik tel er twaalf’! “Oh”, zegt mijn moeder dan op een toon van ‘zeg dat dan meteen’, “dat zijn pubers”. Het klonk als de normaalste zaak van de wereld maar ik had een klein beetje meer uitleg nodig. Wat blijkt nou het geval, om een partner te vinden gaan ze eerst een tijd als hangjeugd door het leven.
In deze periode laten ze zichzelf zien maar voornamelijk horen. Een beetje stoer doen, lekker opvallen en flink schreeuwen dus. Dat kleine dochtertje is neem ik aan niet op zoek naar een partner maar die puberteiten hebben toch iets gemeen. Het lijkt te gaan over tegendraadsheid, ‘nee’ zeggen en vervelend zijn maar als je beter kijkt is het vooral lekker luid zijn, aanwezig, schreeuwen net zoveel dat iedereen je hoort en ziet alsof ze alleen maar willen roepen: hier ben ik!
Dit bericht is geplaatst in mama, Thuis met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *