Geit puzzelen

“We hebben hier het hele skelet van een geit!” De kinderen kijken met grote ogen naar de hoeveelheid botjes die ze voor zich op de tafel zien liggen. “En wij,” ga ik verder, “gaan hem in elkaar puzzelen.” De grote ogen kijken nu afwisselend naar elkaar en naar mij. De meeste geloven me niet en de paar kinderen die me geloven, hebben geen idee hoe ze moeten beginnen met deze puzzel voor gevorderden.

“Oké,” doorbreek ik de vragende blikken, “als voorbeeld hebben we een skelet van een mens.” Hiermee maak ik het verhaal alleen maar nog ongeloofwaardiger. Ik vervolg snel door een tipje van de sluier op te lichten: “De botten in ons skelet lijken erg op de botten van een geit, de botten in onze armen en benen lijken op hun poten.” Als we heel goed kijken naar ons eigen skelet kunnen we de geit hier op tafel misschien wel in elkaar puzzelen!”

Om de scepsis te doorbreken vraag ik snel met een grote glimlach: “Proberen?”

Met enige aarzeling beginnen ze te puzzelen. Ik zie een jongetje naar het skelet van de mens lopen, goed kijken en mompelend weer teruglopen: “Schouderblad, bovenarm, onderarm, pols.” Bij de geit aangekomen is hij helaas na het schouderblad het rijtje alweer kwijt, terug dan maar en nog een keer.

Nadat ik iedereen een paar keer heen en weer heb zien lopen begint de geit al aardig te lijken. De wervels liggen al een beetje op een rijtje, de ribben in ieder geval bij elkaar in de buurt en de poten steken aan alle kanten uit alsof de geit hier gespreid op zijn buikje op de tafel ligt. Dan komen we aan bij het vreemdste van allemaal: de vingers en de tenen.

Het lijkt de kinderen logisch: “Een geit heeft geen vingers of tenen maar hoefjes.” Daar trappen ze dus mooi niet in! Ik probeer mezelf nog te redden met: “De botjes in onze vingers lijken erg op de botjes in de poten van een geit. Drie vingerkootjes waarvan de laatste het hoefje is.”

Nog sceptischer dan ze al waren proberen ze de handjes in elkaar te zetten. Het mompelende jongetje veegt met opperste concentratie eerst zijn haar uit zijn gezicht waarna hij de vingerkootjes nauwkeurig in elkaar past. Dan kijkt hij vol verbazing op: “Een geit heeft twee vingers,” zegt hij terwijl hij het zelf duidelijk nog niet echt gelooft. Zijn oudere zus staat hem enigszins plagerig bij: “Ja, natuurlijk en ze lopen op hun vingertopjes, net als ballerina’s. Kom Tim,” zegt ze dan resoluut, “het is klaar. We gaan.”

 

– gepubliceerd op de website van Naturalis

Verder vertellen of mijn blog volgen? Klik dan hier:

    

Dit bericht is geplaatst in Biologie, Naturalis met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *